Terug naaar Tijdmachine

1915

Industrialisatie – toegenomen vervuiling

De snelle groei van de Tilburgse industrie heeft vanaf 1870 tot diep in de twintigste eeuw voor veel verontreiniging en overlast gezorgd. Dat kwam mede doordat met name de textiel en de leerlooierijen industrieën zijn die veel grondwater nodig hebben, water dat na gebruik ook weer afgevoerd moet worden. In Tilburg begon de gemeente in1870 met de aanleg van een rioleringstelsel. Dat verliep echter zeer traag, mede door de uitgestrektheid van de gemeente. Fabrikanten, die veel invloed hadden in de gemeenteraad, hebben zich lang verzet tegen een stelsel van waterafvoer en –zuivering dat vriendelijk was voor het milieu en voor de volksgezondheid. Ze vonden de kosten daarvan te hoog. Het industriële afvalwater werd voornamelijk geloosd op de riviertjes de Leij en de Donge, en beide werden daardoor hevig verontreinigd. Tilburgse artsen klaagden, de gemeenteraad werd keer op keer gewaarschuwd door inspecteurs van de volksgezondheid, gemeenten als Oisterwijk en Haaren, ook gelegen aan de Leij, klaagden zich suf, maar Tilburg deed niets of heel weinig. In 1915 werd de gemeente voor het eerst door de Hoge Raad (de hoogste rechtbank van Nederland) veroordeeld wegens nalatigheid. Maar ook dat hielp amper. Er kwamen na deze uitspraak tientallen eisen voor schadevergoeding bij de gemeente binnen, en die werden bijna allemaal afgewezen door de gemeente. Waarna de eisers naar de rechter stapten en de gemeente wederom keer op keer in het ongelijk werd gesteld. Uiteindelijk werd de waterafvoer en de zuivering ervan pas in 1937 geregeld, zij het nog niet optimaal. Pas in 1954 werd een waterreinigingsinstallatie in gebruik genomen die het afvalwater volkomen kon zuiveren.