Een van de manieren waarop de fraters van Tilburg het leren lezen vernieuwd hebben, wordt meestal kortweg ‘het leesplankje’ genoemd. Het eerste leesplankje verscheen in het Nederlands onderwijs in 1895 en staat bij velen nog steeds bekend onder de naam ‘Aap, Noot, Mies’. De Tilburgse frater F.E. Becker bedacht daarop zijn eigen variant, waarvan de eerste drie woorden luiden: ‘Aap, Roos, Zeef’. Dan volgen nog 15 woorden: muur, voet, neus, lam, gijs, riem, muis, ei, juk, jet, wip, does, hok, bok, kous. Het idee was dus dat elk woord één klank uit het Nederlands weergeeft. Op het plankje staat voor elk van de woorden een tekening. De leerling ziet bijvoorbeeld dat de eerste tekening een aap voorstelt en moet leren daar de juiste letters bij te vinden. Bij elk leesplankje zat dan ook een doosje met letters die op kartonnetjes waren afgedrukt. Als je de juiste letters had gevonden, legde je die onder het plaatje. In de eerste klas (tegenwoordig groep drie) stond een grote versie van zo’n leesplank. Zo kon iedereen meelezen. De letters of woorden werden dan aan haakjes gehangen onder het plaatje. Wie zo’n grote leesplank voor in de klas wil zien, moet naar het museum Scrytion gaan in Tilburg (Spoorlaan).