Op 4 juni 2009 werd een referendum gehouden over de komst van een mall. In een referendum, ofwel een volksraadpleging, mag de bevolking zich uitspreken over een kwestie die op de politieke agenda staat. In dit geval was dat de eventuele komst van een mall. Een mall is een groot winkelcentrum, maar waar ook horeca en ontspanning te vinden is. Als een meerderheid van de kiezers nee zou stemmen, dan geen mall, ongeacht de opkomst. Als het ja zou worden, werden de plannen voor een mall in Tilburg verder ontwikkeld. Vele middenstanders van de stad vreesden dat de komst van zo’n mall zou leiden tot een fors omzetverlies. Ook klonk dat het beter was om een sterke lokale middenstand te hebben en goede buurtvoorzieningen dan het allergrootste winkelcomplex van Nederland. Zeker in crisistijd. Ook werd veel schade aan milieu en gezondheid gevreesd, omdat de vele, vele bezoekers met de auto zouden komen. Voorstanders zagen er wel voordelen in voor de economie en de komst van een mall betekende vele nieuwe arbeidsplaatsen. En daarbij zouden vele bezoekers aan de mall ook een uitstapje maken naar de binnenstad. Hoopten ze. Een fervent tegenstander was de toenmalige stadsdichter Frank van Pamelen. Hij declameerde: ’Wat mij betreft, projectontwikkelaar, neem gauw de benen En ga, in plaats van mij Tilburg tot in het obscene Vol te proppen Verder shoppen.’ De uitslag was een nee tegen de komst van de mall.