Terug naaar Tijdmachine

1789

Reeshof – Reijshof (2)

Op 27 juli 1789 verkocht Charles Reij de Carle zijn landgoed Reijshof met 2500 gulden verlies aan zijn stiefzoon Jan de Rovere van Breugel uit Utrecht. Het was Reij de Carle erg tegengevallen om zijn grond te verpachten, daar deze erg onvruchtbaar bleek. Ook kreeg hij van het dorpsbestuur geen medewerking voor aanleg van wegen, dijken en waterafvoer. Toen Reij de Carle zijn landgoed verkocht, was de Franse revolutie twee weken eerder uitgebroken. Reij de Carle ging terug het leger in, ditmaal als kolonel. Jan de Rovere verkocht het landgoed op 24 juli 1795 alweer met 5000 gulden winst aan de drie Belgische ondernemers Adriaan van Bommel, Conradus Cornelissen en Cornelis Ribbens. Dit driemanschap wilde op het landgoed onder meer een Franse en een Latijnse school (zie het Thema Onderwijs) met internaat vestigen. Zij mochten dit alleen als de school een openbaar karakter zou hebben. De school zou amper een jaar bestaan. Men vermoedt dat dit onder meer verband hield met de plannen om een eigen kapel op het landgoed op te richten, wat op weerstand stuitte van het bisdom Den Bosch. Het conflict hierover liep zeer hoog op. Begin 1797 zou het Belgische driemanschap het landgoed alweer van de hand doen.