Terug naaar Tijdmachine

1900

De moord op Marietje Kessels – De eerste verdachte

De eerste die in hechtenis werd genomen op verdenking van moord op Marietje Kessels was de 26-jarige huisschilder en klusjesman August Mutsaers. Hij was aan het werk in en bij de kerk toen Marietje verdween. Dat hij verdacht werd, had Mutsaers voor een belangrijk deel aan zichzelf te wijten. In de middag van 24 augustus 1900 sprak hij bij de kerk commissaris Caarls aan. Hij beweerde dat hij wist waar het lichaam van Marietje verborgen lag, namelijk boven in de kerkgewelven. Ook wist hij waar de kleding van het kind verstopt lag. Het is waarschijnlijk dat Mutsaers met zijn inlichtingen aanspraak wilde maken op de beloning die door vader Kessels was uitgeloofd. De kleding lag verstopt in een zijportaal van de kerk dat normaal afgesloten was maar waar Mutsaers zijn schildersmaterialen bewaarde. De kleding was daar verstopt, zei Mutsaers, door de koster van de kerk. De koster had dat gedaan om hem verdacht te maken. Caarls stuurde Mutsaers naar het politiebureau, ging naar het portaal en vond daar inderdaad enige kleding van het slachtoffer, onder andere een japonnetje en rijglaarsjes. Waar was de rest van de kleding? Ook daarop wist Mutsaers het antwoord, al bekende hij het met tegenzin: de rest lag bij hem thuis in een kist op zijn kamer. Dat maakte Mutsaers verdachte nummer een. Hij bleef bijna een jaar in voorarrest en kreeg pas in december 1900 een advocaat.