De bevolking van deze streken woont voornamelijk op de hellingen van de beekdalen en leeft van primitieve landbouw en veeteelt. Sporen van een dergelijke nederzetting zijn opgegraven in de Grote Akkers op de zuidelijke oever van het beekje De Katsbogte, dat de grens van Tilburg en Goirle vormt. Vondsten aan de noordzijde duiden ook op bewoning. Op de afbeelding een in 1985 opgegraven boomstamwaterput van een middeleeuwse nederzetting uit de Merovingische periode (ca. 575-725) aan de Rillaersebaan te Goirle.