Na lang onder de moeilijkste omstandigheden en onder voortdurend lijdelijk verzet op zijn post gebleven te zijn krijgt burgemeester Van de Mortel op 12 juli als gevolg van een conflict met de bezetter waarin geen compromis meer mogelijk was, ontslag uit zijn functie. Daags daarna wordt hij in een vergadering met de wethouders gearresteerd en vervolgens geïnterneerd. Na zijn vrijlating in september duikt hij onder. Op 17 juli treedt de NSB-er ir. H. Hondius, tevoren wethouder in Nijmegen, als zijn opvolger aan. Hij blijft dat tot 19 september, wanneer hij opgejaagd door de bevrijders en in Arnhem verblijvend door het Duitse gezag tot waarnemend Commissaris van Gelderland wordt benoemd.