Jozef Platte staat ook aan de wieg van een Katholieke Timmerliedenbond en een Uurwerkersgilde Sint Paulus. Hieruit ontstaat met medewerking van de geestelijkheid in dit jaar nog de R.K. Werkliedenvereeniging St. Dionysius Tilburg. Platte neemt ook het initiatief tot een Bond van R.K. Wevers, die echter wel door het geestelijk gezag ontraden wordt, waarschijnlijk omdat de fabrikanten er zich tegen verzetten, maar die kort daarna toch doorgaat als R.K. Weversbond Sint Severus. In 1898 volgt nog een Bond van Schoenmakersgezellen SS Crispinus en Crispinianus. Als overkoepelende organisatie komt in 1896, conform de corporatistische principes van de pauselijke encycliek 'Rerum Novarum' (1891), een Tilburgsche R.K. Gildenbond tot stand.