Jan van de Knicker (1731-1815) wordt aangesteld tot reparateur van het uurwerk in de toren van de Grote Kerk. Hij is niet alleen horloge- en klokkenmaker maar vervaardigt ook muziekinstrumenten. Van zijn hand is een klarinet bewaard. Als zijn vader Hendrik in 1775 sterft wordt er bij de mis van requiem door een gezelschap instrumentale muziek ten gehore gebracht.