De in Dongen geboren Michiel van Bommel, die al in zijn jeugdjaren naar Tilburg was gekomen, maar in Leiden fortuin heeft gemaakt als lakenkoopman, doet zijn Leids bedrijf over aan zijn zoon en sticht een fabriekshuis in Tilburg aan de Nieuwe Dijk, waar door arbeiders wol gewassen, gesponnen en geweven wordt. Hier tegenover bouwt hij in 1730 een herenhuis ('kasteeltje', zie hierna 1809).