Cornelis Hendrick Van Heijst die vanaf 1688 zelfs tot aan de Raad van State heeft geklaagd en geprocedeerd over de wantoestanden en malversaties m.b.t. de dorpsfinanciën en de belastingheffing en dientengevolge door de schepenen van smaad was beschuldigd wordt op een groot aantal punten bij vonnis in het gelijk gesteld.