Er worden steeds weer nieuwe bepalingen uitgevaardigd over het vervoeren en invoeren van lakens vanuit Tilburg naar Holland. In 1634 antwoordt de raad van State op een rekest uit Tilburg dat de lakens ongemoeid naar beide zijden mochten worden ingevoerd. Een jaar later is daar weer discussie over. Schepenen reizen in 1637 naar Den Haag om de vrijstelling van belasting te bepleiten; kosten van deze actie: 700 gulden. Uiteindelijk valt het besluit, dat Tilburgse lakens vrij van licent of invoerrechten zullen zijn mits ze voorzien zijn van een duidelijk kenteken (lood) van de plaats van herkomst. Vooral de stad Leiden lag tegen omdat ze bevreesd was voor buitenlandse concurrentie van haar eigen lakenindustrie.