Na een wereldberoemd langdurig beleg moet de Spaanse bevelhebber van het garnizoen van Den Bosch, Anthonij Schetz van Grobbendonck, heer van Tilburg en Goirle, de stad op 17 september overgeven aan stadhouder Frederik Hendrik. Het verslagen garnizoen mocht Den Bosch verlaten. Temidden van zijn troepen reed de gouverneur van de vesting. Een lange stoet van ´Papen Monnicken en Jesuijten´ gingen aan de militairen vooraf. De nieuwe calvinistische machthebbers zette hen uit de stad en haar meierij. Twee dagen later vindt in de Sint-Janskerk de eerste hervormde dienst plaats. Ook het platteland van de Meierij wordt door de Staten-Generaal nu als veroverd gebied beschouwd, maar daar is met de Spanjaarden geen overeenstemming over.