Het dorpsbestuur schenkt aan Maria van Malsen bij gelegenheid van haar huwelijk met Anthonij Schetz van Grobbendonk een verguld zilveren bokaal ('coppe'). Deze wordt in Antwerpen gemaakt en kost 500 gulden. Het feest wordt overschaduwd door het feit dat er een pestepidemie heerst en dat de ruiters van de bruidegom nogal huishouden in de buurt van de Hasseltse kapel.