De Duitse kunstenaar Gunter Demnig bedacht het concept van de Stolpersteine (letterlijk: struikelstenen). Het zijn gedenksteentjes van 10 x 10 centimeter die geplaatst worden in het trottoir voor de huizen van mensen die tijdens de Tweede Wereldoorlog door de nazi’s verdreven, gedeporteerd, vermoord of tot zelfmoord gedreven zijn. Het project loopt sinds 2000 en sindsdien zijn Stolpersteine geplaatst in Duitsland, Oostenrijk, Hongarije, Tsjechië, Polen en Oekraïne. In Nederland liggen ze in borne, Sneek, Glanerburg, Amsterdam, Weesp, Eindhoven, Almelo, Doesburg, Zaandam, Haarlem, Leiden. En sinds april 2010 ook in Tilburg en wel in de Dapperstraat. Initiatiefnemer hier is Ton Heeren die op jeugdige leeftijd zag dat de joodse familie Van Dam die daar op nummer 1 woonde weggevoerd werd. Dat is hem altijd bijgebleven.
In de jaren negentig informeerde hij bij het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie of het gezin de oorlog overleefd had. Nee. De familie was eerst naar kamp Westerbork vervoerd. Van daaruit werden vader Hartog Benjamin en moeder Maria naar concentratiekamp Sobibor in Polen gebracht waar ze in 1943 vermoord zijn. Dochter Estella kwam in Auschwitz terecht, daar eindigde haar leven in 1942, en zoon Abraham kwam in een vernietigingskamp ergens in Midden-Europa om in 1943 .
Toen Heeren van de Stolpersteine hoorde, nam hij zich voor om de familie Van Dam ook zo in de herinnering te bewaren. De kosten, het plaatsen en het onderhoud van de vier gedenkstenen neemt hij voor eigen rekening.
Bron:
Marieke Lauwers: ‘Gedenkstenen voor vermoorde Joodse familie’, Brabants Dagblad, 7.4.2010.