Nissel. De schrijver van dit stukje is een geboren en getogen Tilburger. Maar van het dialectwoord nissel had hij nog nooit gehoord. Evenmin zijn moeder, geboren in de Tilburgse wijk Groeseind, en zijn vader, geboren in de wijk Broekhoven. Maar het woord bestaat. Het staat namelijk in het diksjenèèr van de Tilbörgse taol. Dat is hèt woordenboek van het Tilburgse dialect. Nissel. Het betekent veter. De Stichting Tilburgse Taol, die dit woordenboek heeft uitgegeven, presenteerde dit jaar het Tilbörgs Nisselplèngske. Dat gebeurde tijdens het vijftiende Grôot Diktee van de Tilbörgse Taol. Met behulp van het Nisselplèngske kunnen kinderen leren schoenenstrikken. Bezoekers van het Diktee kregen er eentje gratis. Die avond was ook in andere opzichten bijzonder. Er werd gezongen. Natuurlijk in het dialect. Zowel liedjes van The Beatles als aria’s uit bekende opera’s. Er is zelfs al een cd met de liedjes van The Beatles in het dialect. Ook op die avond werd gebiecht. In het openbaar. De vorige keren moesten de burgemeester en twee wethouders komen biechten. Ditmaal was het de beurt aan Jan Melis, industrieel en politicus uit Tilburg. En zoals altijd konden de bezoekers aanschuiven voor het Tilbörgs Diner. Al met al een geslaagde avond. En dat alles op z’n Tilbörgs! In het diksjenèèr van de Tilbörgse taol staat trouwens een zin met het woord nissel: ‘krèèg ik jouwe nissel, want men piske van men zwipke is kwèèt’. Wat zou dat nou toch betekeken?