Terug naaar Tijdmachine

1986

Textielindustrie – Textielmuseum

Tilburg heeft al vanaf 1958 een textielmuseum, maar dat museum stond in de stad vooral bekend als een museum van de textielfabrikanten. Voor de werknemer of arbeider was er weinig aandacht. Dat was in de tijd dat het nog goed ging met de Tilburgse textiel. In de jaren ’60, ’70, en ’80 moesten steeds meer fabrieken sluiten, en ging de textielindustrie na 200 jaar voorspoed langzaam maar zeker ten onder. In 1986 is het Nederlands Textielmuseum opgericht, en het werd gevestigd in de gebouwen van een van de grootste fabrieken van de stad, het complex van de fabrikanten Dröge, Mommers, en Franken aan de Goirkestraat (er is daar een wooncomplex dat ‘Drömof’ heet, DröMoF). Omdat de textielfabrieken vroeger overal in de stad gebouwd werden bij woonwijken (arbeiders kwamen op de fiets naar hun werk) kreeg Tilburg door de sluiting van deze fabrieken zeer veel nieuwe ruimte binnen de wijken voor woningbouw. Een aantal van deze industrielocaties heeft een bijzondere bestemming gekregen. Bijvoorbeeld: het Textielmuseum aan de Goirkestraat. De fabriek van BeKa aan de St. Josephstraat is nu een woonwijk, maar de schoorsteen staat er nog, en in een van de gebouwen is (2006) het Regionaal Archief gevestigd. De fabriekshallen van Thomas de Beer (aan het Wilhelminapark) zijn omgetoverd tot een internationaal bekend museum voor moderne kunst: De Pont.