Bart van Pelt werd in 1889 geboren in een gezin in de Hasselt dat van vader op zoon in de textiel had gewerkt, onder andere nog als thuiswever. In 1901 gaat hij de textielfabriek van fabrikant E. Elias in. Als hij 16 jaar jong is, hoort hij Hendrik Oldenkotte spreken, die propaganda maakt voor de textielvakbond Unitas, en Van Pelt wordt daar lid van. Een jaar later wordt hij echter lid van een andere bond: De Eendracht. Dit is een ‘neutrale’ bond: niet echt katholiek, maar ook niet socialistisch. In 1907 breekt bij de textielfabrikant De Beer (Heuvel), waar veel leden van de Eendracht werken, een conflict uit met betrekking tot een loonsverlaging. De Eendracht was succesvol in de onderhandelingen: er kwam een nieuwe loonregeling tot stand die gunstig was voor de arbeiders. De Tilburgse textielfabrikanten spreken echter met elkaar af dat leden van De Eendracht niet meer worden aangenomen in hun fabrieken. Leden van De Eendracht die al werk hadden in die fabrieken worden ontslagen. Het gevolg is dat De Eendracht zo weinig leden over heeft dat deze textielbond moet worden opgeheven. Bart van Pelt werd toen nog niet ontslagen. Dat gebeurde pas in 1915 toen hij van deur tot deur ging met een brochure van een andere vakvereniging. In 1919 kwam de werkloze Van Pelt terug: als lid van de gemeenteraad van Tilburg.