Op 24 oktober 1961 staken journalisten uit Nederland en België gezamenlijk de eerste spade in de grond voor de bouw van een nieuw Centraal Station. Daarmee zou de stad ingrijpend van uiterlijk veranderen. Het nieuwe station was namelijk onderdeel van het ‘hoogspoor’. De spoorlijnen door de stad werden verhoogd aangelegd, zodat de verkeershinder van de gesloten overgangen voorbij zou zijn. Gebouwen aan de Spoorlaan moesten worden gesloopt, bij het NS-Plein, de Gasthuisring, en de Ceciliastraat werden verkeerstunnels aangelegd. De architect van de Nederlandse Spoorwegen, ir. Van der Gaast, kreeg de opdracht het nieuwe stationsgebouw te ontwerpen. Dit werd het stationsgebouw zoals wij dat nu nog kennen. Vooral het dak was in die tijd hypermodern. In technische bewoording is het een ‘dubbelgekromde gewelfvorm’ bestaande uit ‘twaalf vangende hypparschalen’. Geen wonder dat de Tilburgers er al meteen een heel wat eenvoudigere naam voor bedachten: ‘een kroepoek-dak’. De klokkentoren met carillon kreeg al snel de bijnaam ‘de wasknijper’. Op 26 januari 1968 waren alle werkzaamheden afgerond. Tilburg had een nieuw station èn hoogspoor.