Vier dagen na de opening van de lijn Breda-Tilburg, werd het splinternieuwe Station Tilburg geopend. Het was een aanzienlijk gebouw dat bijna honderd jaar dienst zou doen. Ook werd in die tijd de Stationsstraat aangelegd voor een betere verbinding met het stadshart. Toch was niet iedereen gelukkig met de ligging van het station. De stad werd immers radicaal in twee helften opgedeeld met de spoorlijn als scheiding. Tot in de jaren ’60 van de vorige eeuw speelt die tweedeling een rol in het dagelijks leven van de stad. Tilburgers mochten graag zeggen dat ze van ‘boven de lijn’ waren – dus uit het noorden van de stad – of van ‘beneden de lijn’, het zuiden. Ook werd in het dialect gesproken over ‘deze kaant’ (zuiden), en ‘geene kaant’ (gindse kant, het noorden). Met ‘geene kaant’ werden dan meestal de wat armere wijken bedoeld. Op 10 januari 1961 werd het oude station gesloten en begon men met de bouw van het huidige station. Tegelijk daarmee werd het ‘hoogspoor’ aangelegd, waardoor de splitsing van de stad in twee helften minder ingrijpend werd.