Terug naaar Tijdmachine

1504

Textielindustrie - Vroegste jaren

Hoe oud de eerste Tilburgse textielactiviteiten precies zijn, is moeilijk na te gaan. Uit het midden van de vijftiende eeuw zijn drie ‘vollers’ bekend. ‘Vollen’ was een nabewerking. Als de lap stof klaar was, werd die gevold, waardoor de structuur van de stof dichter en hechter werd, voller. Als er toen dus vollers waren, moeten er ook wevers geweest zijn. Het weinige dat we uit die oertijden van de textiel weten, bestaat uit archiefstukken met testamenten of rekeningen. Op 24 mei 1504 bijvoorbeeld, laat een zekere Michiel Rolofs niet alleen inkomsten uit grondbezit na aan Jan Veramelvoirt, maar ook ‘het weffgetou metten cammen’, een weefgetouw en kammen. Voordat de wol van een geschoren schaap een lap stof is, moet er heel wat gebeuren. Denk onder andere aan wassen, spinnen, weven, vollen, verven. En dat alles in vroeger eeuwen nog met lichaamskracht en gebrekkige middelen. Het is in de loop der jaren niet altijd duidelijk wat nu wel in Tilburg gebeurde en wat niet. Zeker is wel dat vanuit Tilburg veel ‘laken’ werd geëxporteerd dat elders werd afgewerkt. De band tussen Leiden en Tilburg is in dat opzicht heel oud. Aan het einde van de achttiende eeuw leidt die relatie ertoe dat Leidse textielhandelaren hun ondernemingen naar Tilburg verplaatsen. Dat scheelde transportkosten en de arbeidslonen waren veel lager.