Hoe het nou precies zit met de ‘kruikezeiker’ weet niemand. Het is zeker dat urine al in de 17e eeuw gebruikt werd voor het wassen en bij het verven van wol, maar hebben Tilburgse arbeiders inderdaad hun plas verzameld in kruiken en de inhoud verkocht aan fabrikanten? Waarom urine? Omdat urine voor 93.3 procent uit water bestaat en voor 6.7 procent uit vaste stoffen. Ongeveer eenderde van de vaste bestanddelen is de stof ureum, en door die stof komt na een chemisch proces ammoniak in de urine. Door de wol, recht van het schaap, met urine te wassen, werd de wol gereinigd. Men vulde een bad met eenderde urine en tweederde water, en liet dit een nacht staan. Het mengsel werd verwarmd tot vijftig graden celsius, en dan werd de wol daarin gewassen. Vervolgens moest de wol uitgespoeld worden in schoon water. Dat gebeurde in het riviertje De Ley, maar ook in ‘spoelen’ in de stad: kuilen gevuld met water. Zulke spoelen bevonden zich bijvoorbeeld waar nu het Wilhelminapark, het Hasseltplein en het Transvaalplein liggen. Urine werd ook gebruikt bij het verven van de wol (of ‘het laken’ zoals men in die tijd zei). Niet voor elke kleur was urine nodig, maar bijvoorbeeld wel voor blauw. Denk aan de blauwe stof van de boerenkielen. Het verven en koken van de stof leverde in de ververijen veel afvalwater op dat via sloten werd afgevoerd. Vandaar het woord ‘blauwsloot’. Er zijn verfrecepten met gebruik van urine bewaard gebleven en we weten ook dat op zeker moment een emmer urine een halve stuiver kostte. De oudste bron, een akte, over het gebruik van ‘warm stinckende pis of zeep’ dateert van 11 oktober 1689