Tilburg werd in het voorjaar van 1951 opgeschrikt door het bericht dat de stad bedreigd werd door een pokkenepidemie. Om te voorkomen dat deze besmettelijke huidziekte, die levensbedreigend is, slachtoffers zou maken, werden binnen een maand 106.000 Tilburgers gevaccineerd. Als ze vroeger al gevaccineerd waren, gebeurde dat nu nogmaals. In het Sint Elisabethziekenhuis werd het gebouw voor besmettelijke ziekten ontruimd en geheel voor pokkenpatiënten gereserveerd. In totaal werden 55 Tilburgers daar in quarantaine gehouden. Om hun afzondering van de buitenwereld compleet te maken werd een hek rond het gebouw geplaatst. Uiteindelijk overleden twee Tilburgers aan de ziekte. De angst voor de uitbraak van een epidemie beheerste ook het dagelijks leven. De verkoop van Tilburgse textiel daalde in heel Nederland. Het cafébezoek liep terug tot tien procent van het normale bezoekersaantal. Gedurende de gehele tijd van het medische bevolkingsonderzoek stopten er geen treinen in Tilburg.