De eerste patiënt van het eerste Tilburgse ziekenhuis, heette Margrita Donders. In 1827 werd zij als eerste opgenomen in wat toen nog het ‘gasthuis’ heette. We moeten daarbij in geen enkel opzicht denken aan de ziekenhuizen van tegenwoordig. Het gasthuis was eerder een verzorgingstehuis en meer dan de hoop dat een goede verzorging ook tot genezing zou leiden kon het gasthuis in de regel niet bieden. Het stond aan de Veldhoven. Het was totstand gekomen op initiatief van Tilburgse fabrikanten en notabelen, die zich verenigd hadden in de Stichting R.K. Gasthuis. Meer dan een flinke boerenwoning was het niet. Er konden slecht zes patiënten opgenomen worden. Toch voorzag het in een behoefte en was het al snel te klein. In 1838 verhuisde het naar de Lochtstraat (de tegenwoordige Gasthuisring), en vanaf die tijd werd de verpleging gedaan door de Zusters van Liefde. Al in 1891 begon men erover te praten en te denken, maar het zou tot 1925 duren voordat de bekende architect Eduard Cuypers de opdracht kreeg om een nieuw, modern ziekenhuis te bouwen. Dat werd het St. Elisabeth-ziekenhuis dat gelegen was aan de Nieuwe Bosscheweg. Op 18 november 1929 konden de eerste 31 patiënten vanuit het gasthuis worden overgebracht naar het nieuwe ziekenhuis. In 1966 was er in Tilburg al behoefte aan een tweede ziekenhuis en werd het Maria-ziekenhuis geopend, het tegenwoordige TweeSteden-ziekenhuis. In 1974 werd besloten het St. Elisabeth-ziekenhuis te verplaatsen naar nieuwbouw aan de Hilvarenbeekseweg (Leypark). Van het oude Elisabeth-complex zijn nog delen bewaard gebleven aan de Jan van Beverwijckstraat, onder andere de kapel waarin nu een klein theater gevestigd is: Zaal 16.