De gezondheidszorg en geneeskunde zoals wij die kennen, zijn pas in de vorige eeuw beetje bij beetje van de grond gekomen. Wie er toen ook al waren, net als nu, waren de kwakzalvers. Zogenaamde artsen die een wondermiddel hadden ontdekt tegen allerlei ziekten. Tegenwoordig zouden we zeggen: ‘alternatieve geneeswijzen’. Zulke kwakzalvers verkochten hun zalfjes, drankjes, en poeders vooral op de jaarmarkten en de kermissen. Maar er waren ook kwakzalvers die de zaken groter aanpakten. Een daarvan was Charles Davenport, een Amerikaan. Onder de naam Sequah de Wonderdokter reisde hij door heel Amerika en Europa. In 1895 deed hij ook Tilburg aan. Hij logeerde in het duurste hotel en hield geneeskundige sessies in een verenigingsgebouw in de Willem II-straat. Elke avond waren Sequahs ‘voorstellingen’ uitverkocht. Hij kon met zijn massages en zalfjes vooral de spierziekte reuma genezen, zei hij. En warempel: er kwamen mensen op krukken die na een behandeling zonder krukken weer naar huis gingen. In Tilburg werd zelfs een straatlied populair met de woorden: Sequah is gekomen, Wat heeft hij gedaan? De dubbeltjes meegenomen, En de krommen laten staan! Toen de Tilburgers tot de conclusie kwamen dat Sequah een oplichter was, was hij al in alle stilte uit de stad verdwenen.