Waterbronnen hebben altijd een belangrijke rol gespeeld in de volksgeneeskunde. Vooral als zo’n bron in verband kan worden gebracht met een heilige. Het bekendste voorbeeld daarvan is de bron in de bedevaartplaats Lourdes (in de Pyreneeën, Frankrijk). Nadat Maria, de moeder van Jezus, daar in de negentiende eeuw verschenen was aan een eenvoudig herdersmeisje, hebben miljoenen gelovigen de plek bezocht en genezing gezocht in de bron met Lourdeswater. Ook in Tilburg was al aan het begin van de zestiende eeuw een dergelijke bron bekend. Die lag bij de kapel van de heilige Quirinus, tussen Tilburg Noord en Udenhout. Hier haalde men uit een put het zogenaamde Quirijnswater. Men zei dat het een goed geneesmiddel was als je schurft had. Heiligen als Quirijn worden ‘waterheiligen’ genoemd of ‘geneesheiligen’. Daarvan waren er velen toen de geneeskunde nog heel primitief was, en toen de gewone burger nog geen dokter kon betalen. Er waren ook speciale heiligen die het vee en de oogst beschermden. Tilburgers konden Quirijnswater halen in de kerk van het Goirke. De kapel en de bron van Quirinus bestaan niet meer. Wel heeft deze heilige zijn naam gegeven aan een deel van stadsdeel Tilburg Noord: Quirijnstok.