Wielrennen, en dan vooral op de baan, was voor de Tweede Wereldoorlog met voetbal de populairste sport. Tussen 1920 en 1940 was Tilburg een populair centrum voor het baanwielrennen. Op 7 augustus 1921 opende burgemeester Vonk de Both de eerste wielerbaan, de TWEM: Tilburgsche Wieler- en Motorbaan. De baan was 400 meter lang en gebouwd aan de Goirleseweg en lag dus eigenlijk op Goirles grondgebied. De baan was een initiatief van de Goirlese fabrikant Eduard van Puijenbroek. De wedstrijden werden door duizenden liefhebbers bezocht, maar zakelijk is de baan nooit een succes geworden. Men probeerde publiek te lokken met autoraces, races voor dames en zelfs boodschappenjongens (op fietsen beladen met pakjes) maar het mocht niet baten. In 1928 werd de baan opgeheven, en in 1937 gesloopt. Het duurde tot 1932 voordat Tilburg weer een wielerbaan kreeg, ‘’t Abattoir’ genoemd omdat ze tegenover het slachthuis (Enschotsestraat) stond bij het café van de eigenaar A. van Geloven. Dit was een kleinere, houten baan. Een jaar later komt er zelfs een tweede baan in de stad, de Vitessebaan, gelegen bij café de Korenbloem (kruising Korenbloemstraat en Bredaseweg). De baan bij het slachthuis werd al in 1939 gesloten. De Vitessebaan leefde na de oorlog weer op, maar moest in 1955 toch de deuren sluiten.