De kerk waarin het drama van Marietje Kessels zich in 1900 afspeelde, was een van de fraaiste kerken van Tilburg. Ze werd dan ook ontworpen door de beroemdste architect uit de negentiende eeuw, Petrus Cuypers, de bouwmeester die bijvoorbeeld ook het Rijksmuseum en het Centraal Station in Amsterdam ontwierp. Op 6 juni 1898 werd de kerk officieel in gebruik genomen. Het is een zogenaamde ‘nieuw-gotische’ kerk, en op foto’s is goed te zien waarom. Cuypers liet zich inspireren door de gotische bouwstijl uit de Middeleeuwen; daarbij kun je denken aan kathedralen als de Notre-Dame van Parijs. Die invloed was in de kerk van de Noordhoek (officieel de Heilig Hart-kerk genaamd) te zien aan de hoge bouw, de vorm van de ramen, de torentjes en hun spitsen, en de vierkante en halfronde aanbouwen. Toen de kerk in gebruik werd genomen was zij echter niet voltooid. Het lag in de bedoeling om later bij de hoofdingang een zeer hoge klokkentoren te bouwen. Uit geldgebrek is dit nooit gebeurd. Het interieur van de kerk werd in de loop der jaren voortdurend verfraaid met werk van bekende kerkelijke kunstenaars. Dat alles mocht echter niet baten. Toen in de jaren zestig en zeventig het kerkbezoek terugliep werd de kerk gesloopt, ondanks hevige protesten van de Tilburgers. De kerk stond op de plek waar de Noordhoekring en de Spoorlaan bij elkaar komen. Tegenwoordig staat daar het appartementencomplex Résidence Noordhoek.