Dialecten hebben altijd veel bijzondere namen voor het snoepgoed van kinderen gehad. In Tilburg zijn dat bijvoorbeeld: Snuf – zout van ammoniak; het werd voor 1 of 2 cent verkocht in builtjes; je at het op door je vinger nat te maken en in het builtje te duwen. Sammiak – eigenlijk hetzelfde als ‘snuf’, maar soms ook gemengd met suiker. Jodevet – druivensuiker. Kattespaauw – druivensuiker met olienootjes; de combinatie van suiker en nootjes leek op het braaksel van een kat; toch wel lekker. Belgaas – kauwgom van het merk Belga. Twee Belga’s kostten in 1960 2 cent. Belgaas hadden veel smaken waaruit je kon kiezen. Bezoekaas – Kauwgom van het merk Bazooka. Een Bazooka kostte in 1960 5 cent. Het nadeel was dat ze maar in één smaak te koop waren. Het voordeel boven Belgaas was dat een Bazooka verpakt was in een stripplaatje met de avonturen van Bazooka Joe.