Terug naaar Tijdmachine

1863

Verbinding Breda - Tilburg

Het Nederlandse spoorwegstelsel kwam pas goed op gang nadat de regering in 1860 een wetsvoorstel had ingediend waarbij de staat zich daadwerkelijk ging bezighouden met de aanleg van acht belangrijke spoorwegtrajecten. Van een daarvan was Tilburg onderdeel: Maastricht, Roermond, Venlo, Eindhoven/Boxtel, Tilburg, Breda, Roosendaal, Bergen op Zoom, Middelburg, Vlissingen. De aparte lijn vanuit Tilburg naar Den Bosch was toen nog niet gepland. Vanuit Tilburg kon men in Boxtel overstappen als men naar Den Bosch moest. Men ging voortvarend te werk. De staat trok 10 miljoen gulden per jaar uit voor de aanleg, en op acht plaatsen werd tegelijkertijd met het werk begonnen. Op 16 juni 1832 begon men met de aanleg van het baanvak Breda-Tilburg en de werktreinen bereikten Tilburg al in november. De Brabantse zandgrond was zeer geschikt voor de aanleg van de rails, en omdat het om stoomtreinen ging waren er uiteraard nog geen bovenleidingen nodig. Wat wel nodig was, waren de spoorwegoverwegen in de stad. Deze werden vastgesteld bij de Gasthuisring (nu spoortunnel), het Reitse Plein (nu oprit Ringbaan West), in het Zand (nu Station West/Universiteit), bij de Zwartvenseweg en bij de Reeshofweg (nu een viaduct). Het was tot het laatste moment onzeker wanneer de opening van de lijn Breda-Tilburg zou plaatsvinden. Voor alle zekerheid werd alvast een feestcomité aangesteld. De feesttrein uit Breda zou in Tilburg met muziek en door de schuttersgilden ontvangen worden, en daarna op het stadhuis aan de Oude Markt, dat ’s avonds met gaslantaarns feestelijk verlicht was. Op 26 september werd bekendgemaakt dat de opening op 1 oktober zou plaatsvinden.