Terug naaar Tijdmachine

1827

De eerste stoommachines

Het begrip ‘industriële revolutie’ betekent dat de mens bij zijn arbeid steeds meer gebruik is gaan maken van machines. Deze ontwikkeling vond plaats in de tweede helft van de achttiende eeuw en in de eerste helft van de negentiende. Handenarbeid verandert steeds vaker in machinale arbeid. Er ontstaan werkplaatsen en fabrieken waarin werknemers voor werkgevers arbeid verrichten. Een belangrijk onderdeel van de industrialisering is het gebruik van machines die niet meer van menskracht of paardenkracht afhankelijk zijn. Het begin van de industrialisering wordt daarom in Tilburg verbonden met 1827. In dat jaar werden voor het eerst bij twee Tilburgse fabrieken stoommachines in gebruik genomen. De eerste bij de textielfabriek van Pieter van Dooren (in Broekhoven), de tweede bij textielfabrikant Diepen (Korvel). Het zou nog zeven jaar duren voordat de eerste stoommachine werd geplaatst bij een onderneming die niet tot de textielbranche behoorde. Dat was in 1834 bij een molenaar (die dus van windkracht op stoom overschakelde). De intrede van de stoommachine vormde op zichzelf weer een bron van werkgelegenheid omdat er reparatie- en onderhoudswerkplaatsen nodig waren en ook ijzer- en kopergieterijen. Uit zulke werkplaatsen is later een aantal machinefabrieken ontstaan.