Terug naaar Tijdmachine

1866

Van Paleis tot Hogere Burger School

Door de onverwachte dood van koning Willem II in 1849 had de gemeente Tilburg er een luxeprobleem bij gekregen. De stad had nu wel een paleis, maar geen koning meer. Wat doe je dan? Dat het niet zomaar een ‘huisvestingsprobleempje’ was, blijkt uit het feit dat het paleis vijftien jaar lang leeg heeft gestaan. Toen, in 1864, werd het door de staat der Nederlanden aan de gemeente Tilburg geschonken, op voorwaarde dat er een Rijks Hogere Burgerschool in gevestigd zou worden, een HBS dus. Met enige tegenzin nam het gemeentebestuur dit aanbod aan, en op 9 april 1866 werden in deze HBS de eerste lessen gegeven. Deze HBS, die in Tilburg middelbaar onderwijs zou verzorgen volgens de richtlijnen van de protestant-georiënteerde landsregering, stuitte uiteraard op veel weerstand in het katholieke Tilburg. Een middelbare opleiding op katholieke basis zou in Tilburg pas circa 1900 totstandkomen. (Zie ook het thema Onderwijs.) Daarom eiste het gemeentebestuur dat de directeur van deze protestante HBS een katholiek zou zijn! Ook moest er een gemeentelijke commissie van toezicht komen die uitsluitend uit katholieken bestond. Toen de school van start ging, bestond ook de meerderheid van de docenten uit katholieken. Het ‘paleis’ heeft tot 1934 dienst gedaan als HBS. In dat jaar besloot koningin Wilhelmina dat het gebouw dienst mocht gaan doen als stadhuis van Tilburg. De HBS kreeg een ander onderkomen, het paleis werd verbouwd door architect Oscar Leeuw, en op 1 augustus 1936 als stadhuis in gebruik genomen.